Statig en industrieel herenhuis in Buiksloterham
Honderd jaar geleden veranderde een kale polder aan de noordelijke oever van het IJ tegenover het Centraal Station Amsterdam in een levendig industrieterrein. De afgelopen jaren maakt Buiksloterham opnieuw een ingrijpende transformatie door. Veel industrie is verdwenen en op de vrijkomende gebieden worden nieuwe woonvormen gerealiseerd. Architect Jan Dittmar ontwikkelde op een van de zelfbouwkavels een statig herenhuis. Zijn ontwerp verwijst zowel naar het industriële architectuur als naar het Amsterdamse grachtenhuis.
Inspirerende transformatie
Architect Jan Dittmar is met zijn bureau gevestigd aan de noordelijke IJ-oever en is actief betrokken bij de herinrichting van dit gebied: “De gemeente heeft hier echt een fascinerende transformatie naar een stad van de toekomst ingezet. Wonen en werken, recreatie en industrie worden hier niet langer gescheiden, een inspirerend samenzijn wordt juist gestimuleerd. In de buurt zitten filminstituut EYE en de cultuurcentra van het NDSM terrein, A’dam Toren, Tolhuistuin en diverse originele horeca- en winkelgelegenheden. Amsterdam Noord werd daarom onlangs nog in de New York Times genoemd als een van de meest hippe buurten ter wereld.”
Particulier initiatief
Voor de ontwikkeling van nieuwe woonvormen zijn inmiddels een aantal braakliggende terreinen in gebruik genomen. In de tijd dat de woningbouwproductie door de crisis in Amsterdam enorm was ingezakt kregen particulieren de kans om samen in Collectief Particulier Opdrachtgeverschap of individueel hun eigen droomhuis realiseren.
Een van die droomhuizen is het Herenhuis Buiksloterham, ontworpen en in eigen beheer ontwikkeld door Dittmar Architecten. De kavel ligt tussen de Kaasjeskruidstraat en de Monnikskapstraat. Aan beide zijden van de smalle Kaasjeskruidstraat komen de entrees en carports van nieuwe woningen. Aan de zuidwestkant met de Monnikskapstraat zijn de tuinen en aan de overkant het gloednieuwe Papaverpark.
Inspiratiebronnen
Jan Dittmar over de essentie van zijn ontwerp: “De ambitie was om met dit project een herkenbaar en uniek stukje Amsterdam te maken; een gebouw dat nergens anders had kunnen staan. We hebben daarom bewust gezocht naar een samensmelting van de karakteristieken van het gebied; enerzijds de industriële architectuur in de directe omgeving, anderzijds het typische Amsterdamse grachtenhuis.”
Ze hoefden voor inspiratie niet ver te zoeken, aan de overkant staan enkele prachtige voorbeelden van industriële architectuur. Gebouwen met robuust metselwerk, betonnen kaders en ranke stalen ramen. Dittmar ontwierp de gevels van het herenhuis als een stapeling van strakke kaders van betonstuc en gesmoorde baksteen rond eigentijdse slanke metalen ramen. De stapeling van steeds dezelfde ramen in de gevel refereert eveneens aan het industriële karakter.
Maar ook de grachtenpanden aan de overkant van het IJ dienden als inspiratiebron. “We hebben aansluiting gezocht bij de traditie van particuliere woningen zoals die langs de grachten zijn gebouwd. Zo is de toepassing van donkere baksteen een referentie aan de oude zwart geteerde gevels, dat deed men om ze waterdicht te maken. Ook werden de grachtenhuizen vaak bewust wat voorover hellend gebouwd. In ons ontwerp hebben we dit aan de parkzijde terug laten komen, door de raampartijen van boven naar beneden steeds verder naar binnen te plaatsen. Dit brengt dynamiek binnen het statige kader. Maar het heeft ook een praktische functie: Daar waar de meeste interactie tussen binnen- en buitenwereld plaatsvindt, is de overgang het diepst. Als hoogtepunt komt de bel-etage uit op een balkon met dubbele trappen naar de tuin.”
Slanke raamprofielen
Na een vergelijking van diverse aanbieders kwamen de architecten al snel uit bij de aluminium ramen van de serie CS 38 van Reynaers. Dittmar: “Deze serie combineert een slank aanzicht, verfijnde profilering en goede thermische isolerende eigenschappen. Het was prima mogelijk in deze serie driedubbel glas toe te passen. We hebben nog even getwijfeld of we voor de variant met het platte aanzicht zouden kiezen maar ik ben blij met onze keuze voor de uitvoering met het neusje, die het kozijn meer verfijning geeft.” De kozijnen zijn gebouwd en geplaatst door Schipper Kozijnen.
Als afwerking is gekozen voor een matte ijzerglimmercoating van IGP in de kleur Quartz waardoor de ramen een chique ingetogen uitstraling krijgen, die goed past bij de antracietkleurige bakstenen en het grijze beton. “Om de samenhang in het ontwerp te versterken hebben we ook de buitentrap, de hekwerken en de omkasting van de zonwering dezelfde kleur gegeven als de ramen.”
Alle vensters bestaan uit vier verdiepingshoge ramen naast elkaar van gelijke breedte; telkens twee vaste ramen ter weerszijden van twee draai-kiepdeuren. De hoge keuken heeft bovenlichten met elektrische bediening.
Woonkwaliteit
Het is een flinke woning met een woonoppervlakte van 220m² in vijf lagen. De grootste woonkwaliteit in het interieur is de ruimtelijkheid van de bel-etage. Vanaf de zithoek trapt de ruimte omlaag, via de eetkeuken en het balkon tot aan de tuin, als een waterval van niveaus. De eigen tuin, het park en de industriële bebouwing daarachter kunnen zo tot diep in het huis ervaren worden. De eetkeuken heeft allure door het ruim 3,7 meter hoogte. Die allure wordt versterkt door de verticaliteit van de slanke vensters.
In het souterrain is een grote ruimte met eigen entree. Op de eerste tot en met derde verdieping zijn in totaal nog vijf kamers en twee badkamers. Aan de noordoostzijde springen de verdiepingen vanaf de eerste etage steeds een stuk terug. De bovenste kamer heeft aan beide zijden grote vensters die een panoramisch uitzicht bieden op de omgeving.