Radicaal en toch subtiel: transformatie hofjeswoningen
Aan het Westeinde in het centrum van Den Haag rehabiliteerde architectenbureau studio suit drie voormalige arbeiderswoningen uit midden 19e eeuw. De woningen, die de laatste 50 jaar als bedrijfs- en opslagruimte in gebruik waren, zijn geheel gestript en opnieuw ingedeeld. De gevel is wit gestuct en voorzien van nieuwe champagnekleurige aluminium puien. In de grootste van de drie woningen woont en werkt de architect zelf met zijn gezin, de andere twee verhuurt hij aan expats.
Het Westeinde is een van de oudste straten van Den Haag. Aan een doodlopend zijstraatje, de ‘Boerenpoort’, zijn rond 1850 op een achtererf arbeiderswoninkjes gebouwd. Het is een zogenaamd exploitatiehofje, gebouwd met goedkope materialen. De begane grond werd als opslagruimte gebruikt en boven woonden arbeiders. Veel mensen trokken in die tijd naar de stad, om er in de nieuwe industrie te gaan werken. De huurders betaalden hoge huurprijzen voor kleine huizen zonder elektriciteit en stromend water. De woonomstandigheden waren ronduit slecht.
Na een lange periode van onbruik en verwaarlozing, zijn de huisjes in 1961 onbewoonbaar verklaard.
In de jaren daarna is het complex als parkeerruimte gebruikt en hebben er verschillende ambachten huisgehouden. In die periode is het vervallen zadeldak verwijderd en zijn de openingen in de gevel vergroot om garagedeuren te installeren. In- en extern werd de indeling meermaals aangepast aan functiewisselingen.
Voortbouwen op verleden
Twee jaar geleden, in 2014, kocht architect Gino Koenraadt (studio suit) het vervallen complex. “Ondanks de slechte staat heeft het een zekere cultuurhistorische waarde en charme. Het geheel leek me prima te transformeren tot hedendaagse stadswoningen,” licht de architect zijn aankoop toe.
Het uitgangspunt van de transformatie was niet om het gebouw in originele staat te herstellen. Koenraadt is geïnteresseerd in de hele geschiedenis van het pand: “Het is de kunst om de volledige geschiedenis van het gebouw te vertellen. Wij gaan niet terug in de tijd maar bouwen voort op wat we aantreffen. Het karakter van het gebouw is bepaald door de oorspronkelijke eenvoud van de arbeiderswoning en het semi-industriële van het latere gebruik als bedrijfsruimte. Daaraan voegen we nu een nieuwe laag als moderne stadswoning toe.”
Hiertoe is het complex tot op de gevel en woningscheidende muren gestript. Er zijn nieuwe vloeren, wanden, trappen en een nieuw dak aangebracht. Over de gevel zegt Koenraadt: “Zonder de gebouwstructuur te wijzigen, hebben we de gevel geordend. Met de nieuwe kozijnen hebben we horizontale lijnen aangebracht en woningindeling weer leesbaar gemaakt.”
Aluminium kozijnen
Op de begane grond zijn puien met voordeuren en vaste verdiepingshoge ramen geplaatst, op de verdieping draaikiepramen. Koenraadt koos voor aluminium ramen. Het strakke aluminium contrasteert mooi met het ruwe pleisterwerk. “We gebruiken lichte en moderne materialen en technieken in de oude, ruwe stenen schil. De champagnetint van de aluminium kozijnen is warm en zacht, en past heel mooi bij de witte gevel”, oordeelt de architect. Gevelbouwer Schouten Kozijnen heeft de puien en ramen vakkundig geconstrueerd met de CS 68 profielen van Reynaers.
Wonen op de verdieping
Van binnen zijn de woningen niet heel groot, daarom zit er veel denkwerk in de ideale plattegrond.
“We hebben de klassieke woningindeling omgedraaid. De slaapvertrekken, toiletten en badkamers bevinden zich op de begane grond. De woonvertrekken liggen op de verdieping. Hierdoor blijft de woonverdieping vrij van verdere indeling in ruimtes.” De verdieping van elke woning heeft een open plattegrond, waarin alleen het trapgat en het keukenblok vaste elementen zijn. De rest is flexibel en vrij in te vullen woonruimte.
Verrijking buitenruimte
De rechterwoning is de grootste (80 m2) en hier woont Koenraadt zelf met zijn vrouw en zoon. Vanuit deze woning biedt een knalrode metalen trap toegang tot het riante dakterras met moestuin. Dit terras strekt zich uit boven de drie woningen en biedt zicht op oude daken in de omgeving. De andere twee woningen verhuurt de architect gemeubileerd aan expats. Die hebben dus geen buitenruimte.
Koenraadt loopt met plannen om de straatinrichting aan te passen: “In het midden wil ik een soort verharde karresporen aanleggen. De overige ruimte moet een veel groenere inrichting krijgen.” Aan het autovrije doodlopende straatje zitten enkele woningentrees. Met een groenere inrichting zou de straat voor alle bewoners een fijne verblijfsruimte kunnen worden.
Radicaal en toch subtiel
De transformatie is radicaal: van armoedige arbeidershuisjes in een slechte staat van onderhoud, tot energiezuinige supercomfortabele stadswoningen. Tegelijkertijd is de vernieuwing ook subtiel door het volledige hergebruik van de stenen schil. “We bewijzen hier - en volgens mij is dit de kracht van ons bureau - dat we met beperkte middelen architectuur kunnen maken.” concludeert de architect.